01 januari 2012

Begin

In een roes van amper een handvol uurtjes slapen, aangevuld met twee aperitiefbezoeken, een middagmaal, ijstaart, gewone taart, koffie en dan nog een sessie verse wafels, slaat de vermoeidheid toe. Het laatste blok hout smeult na in de open haard, de desserts raken stilaan verteerd. 't Zijn vreemde dagen, denk ik dan. Wat vieren we nu eigenlijk? Een nieuw jaar, een nieuw cijfer op de kalender? Wat als we elke maand zo'n feestje zouden houden als de maand om is, met aftellen en al. Zouden we dat allemaal doen?

Voor avonden als gisteren... met plezier. Daar kunnen geen nietszeggende boodschappen op kerstkaartjes of standaard wensen via sms, mail of Facebook aan tippen.

Ik heb geen voornemens voor dit jaar. Ik zou er wel kunnen maken, al zou ik de moed al kwijt raken als ik denk wat er beter kan. Aan mezelf dan met wat meer lef, geduld en reltiveringsvermogen, want elke week wordt duidelijk hoe veel geluk we hebben. Met zo'n familie, met zo'n straffe broers of heerlijke vrienden. 't Feit dat -laat ons eerlijk zijn- we geen boterham minder eten ondanks de crisis is nog een grotere cadeau de dag van vandaag. 't Feit dat we gezond zijn. 't Feit dat we kunnen sparen, al zullen we nooit rijk worden. 

Ik hoop voor mezelf dat ik dit jaar mij niet druk (of toch minder) maak in first-world-problems en dat ik elke dag mag wakker worden met het gevoel dat je met een lege portefeuille toch de rijkste mens ter wereld kan zijn. And yes, daar is geen letter van geloven.