13 maart 2008

“Stel je voor!”


Dat antwoordde ik al lachend toen iemand mij maandag zei hoe cynisch het wel zou zijn als ik op weg naar huis een ongeluk zou krijgen. Zeker nadat ik mij vrijwillig had opgeofferd om die dag Taxi Gilbert-gewijs de persoon in kwestie naar Brussel te brengen. Bijna 250 kilometer, een Grieks voorgerecht, een pizza en een bezoek aan twee modehuizen later, kon ik rustig naar huis bollen. Vorige zaterdag was ik ook al probleemloos richting Antwerpen gebold. Het zou inderdaad moeten lukken dat ik net op weg naar huis een ongeval zou hebben. Het lot was echter zo lief om dinsdagmorgen rond 8u toe te slaan.

Een drukke straat met een schooltje. Ik rem als de auto voor mij hetzelfde doet. In een reflex kijk ik in mijn achteruitkijkspiegel en zie ik een grijze Laguna te dicht en te snel naderen. Voor ik het goed en wel besef, krijg ik een opdoffer van jewelste. De auto wordt flink dooreen geschud en aan de klap te horen (en voelen, verdomme) lijkt het alsof mijn hele koffer ingedeukt is. Ik heb even nodig om alles tot mij te laten doordringen. De chauffeur komt kijken of ik ongedeerd ben en verrassend genoeg is er weinig schade te merken aan mijn auto. Een putje, wat oppervlakkige krassen, een geplooide nummerplaat en een scheef binnenwerk, that's it. Ik heb pas door hoe erg mijn kniëen staan te schudden als ik de schade bij zijn auto aanschouw. Gelukkig bestaan er zaken als gordels, verzekeringen en gemoedelijke chauffeurs met geduld, want ik was er verdimme niet wel van...

Geen opmerkingen: