
Ze vertelt rustig verder, kijkt af en toe nog weg als het persoonlijk wordt. Maar haar wilskracht is een blok beton. Als ze op de weegschaal staat, dan zorgt haar karakter alleen al ervoor dat het wijzertje tilt slaat. Op een slechte dag weegt ze niks. Ze is nog steeds mager. Wat verdikt, zegt ze zelf. Ik ben een vent, ik zie zo'n dingen pas na twintig kilo. Ik vraag haar of ze anders tegenover het leven staat nu. Een onnozele vraag, bedenk ik terwijl ik ze stel. Ze twijfelt, lijkt zichzelf die vraag nog eens opnieuw te stellen. Ik durf positiever zijn, zegt ze ironisch genoeg niet zonder schroom. We eten appelcake. Zelden zoveel rust in zo'n ziek lijf gezien. We blijven niet zo heel lang. Binnenkort is ze terug, zal het lijken alsof ze nooit is weggeweest. Of de angst en de twijfel zich in haar gemoed nestelt, zullen we niet weten. Maar ik duim geweldig hard dat ze er minstens nog evenveel jaar mag bijdoen en dat de ziekte, in tegenstelling tot haar moed, nooit meer terug mag komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten